11 TIPS VOOR HET LEZEN VAN ETIKETTEN OP DIERVOEDING

By Published On: 26 januari 20246 min read

 

Deze week had ik weer een mooi consult in de praktijk voor voedingsadvies. Wat mij betreft de basis van gezondheid, en daarom zo belangrijk! (Meer weten over waarom voeding zo belangrijk is? Klik hier!) Maar er is zoveel te koop. Vaak zie jij als eigenaar de bomen door het bos niet meer. En je wilt er natuurlijk wel zeker van zijn dat jij jouw hond de beste voeding geeft. Daarom is het kunnen lezen van etiketten heel handig. Heb jij weleens op de achterkant van de zak brokken gekeken of het label van de verse vleesvoeding van jouw dier weleens goed bekeken? Leren hoe je de ingrediëntenlijst kunt begrijpen en de termen leren is de eerste plek om te starten. Hieronder lees je 11 tips om labels op de voeding van jouw dier te begrijpen.

  1. Zwaarte van ingrediënten

    Op het etiket zie je vaak veel verschillende ingrediënten staan. Deze staan op volgorde van hoeveelheid. Dus: de eerste paar ingrediënten zijn ontzettend belangrijk, want die zitten het meest in het voer! Eigenlijk wil je dus dat vlees met stip op 1 staat, zoals kip, eend, hert of rund. Geen vleesmeel, maar echt vlees. Honden en katten zijn immers carnivoren, en hun maagdarmsysteem is daar het beste voor uitgerust.

  2. Bijproducten

    Bijproducten kunnen het volgende ingrediënt zijn op de lijst. Deze bevatten bijvoorbeeld organen, vet en ingewanden, maar geen haren, hoorns, tanden of hoeven. Bijproducten kunnen gezond zijn. Carnivoren moeten namelijk orgaanvlees eten om een complete maaltijd binnen te krijgen. Maar: vanaf het label kun je niets zeggen over de kwaliteit van het vlees en bijproducten. Daarvoor moet je nog wat verder graven.

  3. Beendermeel

    Als de ingrediëntenlijst “meel” vermeld, betekent dit dat het vlees is vermalen en dat het een achterblijfsel is van slachtafval. Met een specifiek proces wordt het slachtafval van dierlijk weefsel en achterblijfselen van vis omgezet naar stabiele, bruikbare materialen. Daarom zien we liever gewoon “vlees” op het etiket staan, dan “vleesmeel”.

  4. Granen en koolhydraten

    Als een vleesproduct op het label wordt gevolgd door één of meerdere granen of zetmeel, kan het zijn dat er meer graan of koolhydraat dan vlees inzit qua gewicht. Een hond kan granen wel verteren, maar het zou nooit het hoofdingrediënt in hun voeding moeten zijn. Ze hebben er namelijk vrij weinig aan qua voedingsstoffen… Sommige diervoedingsfabrikanten gebruiken “ingrediënt splitsing” om het te laten lijken dat er minder graan in hun voeding zit dan vlees. Bijvoorbeeld: in plaats van maïs wordt dit ingrediënt dan opgedeeld in maïsgluten en maïszetmeel, waardoor het lager op de ingrediëntenlijst komt te staan. Let hier dus goed op! Maïs is sowieso geen gewild ingrediënt in diervoeding, in welke vorm dan ook.

  5. Dierlijke vetten

    Na de koolhydraten staat er vaak een vet vermeld, samen met hoe het merk ervoor zorgt dat het vet goed blijft. Vaak wordt dit gedaan door het toevoegen van een antioxidant, zoals vitamine E of rozemarijnextract. Vermijd dierlijke vetten die goed gehouden worden met kunstmatige smaakstoffen, zoals BHA, BHT of ethoxyquin. Deze smaakstoffen zijn bewezen kankerverwekkend! Kies in plaats daarvoor een voeding die gebruikt maakt van natuurlijke antioxidanten. Zijn er geen antioxidanten aan het voer toegevoegd? Dan worden de vetten snel ranzig, wat betekent dat ze bederven. In het lichaam zorgen ze vervolgens voor ontstekingsprocessen. Vermijden dus.

  6. Suikers

    Sommige diervoedingen bevatten suikers, zoals maïssiroop, molasse of bietensuiker. Vermijd deze altijd! Ook al vindt jouw dier suiker misschien lekker, het is niet goed voor hem. Wist je bijvoorbeeld dat parasieten, zoals Giardia, zich voeden met suikers en zo prima kunnen overleven?!

  7. Zout

    Net als suiker is zout sterk verslavend en zou het niet hoog op de ingrediëntenlijst moeten staan. Liever helemaal niet zelfs. Lavas is een natuurlijk zout en als dat laag op het etiket staat, is dat wel in orde.

  8. Vitaminen en mineralen

    Diervoedingen van hoge kwaliteit bevatten over het algemeen natuurlijke bronnen van vitaminen en mineralen. Als synthetische versies zijn toegevoegd, kijk dan of ze gecheleerd zijn, omdat dieren deze vorm van vitaminen en mineralen goed kunnen opnemen. Staat er “als chelaat” niet bij, dan heeft jouw dier niet veel aan deze voedingsstoffen!

  9. Gezondste ingrediënten

    Kleine hoeveelheden van de gezondste en meest dure ingrediënten worden vaak als laatste genoemd. Dit zijn bijvoorbeeld fruit en groenten, zoals blauwe bessen, cranberry’s, broccoli, gedroogd zeewier en  hennepzaad zijn. Je kunt zelfs cichoreiwortelextract of inuline zien staan. Dit zijn prebiotica, die probiotica voeden (de goede bacteriën in de darm) en promoten een gezonde darmflora.

  10. Carrageen

    Als je blikvoeding koopt, wees je er dan van bewust dat veel van deze voedingen carrageen bevatten, een verdikker. Van dit ingrediënt is gevonden dat het een link heeft met inflammatory bowel disease (IBD).

  11. Bisphenol A

    Niet op de ingrediëntenlijst, maar veel blikvoeding bevat bisphenol A (BPA) in de binnenbekleding, een industriële chemische stof. Deze stof is kankerverwekkend en wil je niet in je dierenvoeding hebben. Sommige diervoedingsfabrikanten bieden nu wel blikken of zakjes aan die BPA-vrij zijn. 

Samengevat voer je je dier het liefst een zo min mogelijk bewerkte voeding. Voor honden en katten is mijn ideaalplaatje altijd KVV (kant-en-klaar vers vlees) of een andere verse vleesvoeding, maar een brok van een hoge kwaliteit is ook zeker een optie. 

Kies altijd voor een merk met:

  • een hoog vleesgehalte (dierlijk eiwit): minimaal 25% eiwit en liever geen plantaardige eiwitbronnen;
  • geen of zo weinig mogelijk koolhydraten: honden en katten hebben hier niets aan, maar sowieso liever geen tarwe. Graanvrij kan, maar rijst en haver mogen er wel inzitten.
  • vetten: belangrijk als energieleverancier. Zorg dat er altijd een natuurlijk antioxidant is toegevoegd, zoals vitamine E of rozemarijnextract. 
  • vezels voor de darmen: oplosbare vezels, zoals cichorei, FOS, MOS en inuline, zorgen voor een goede darmflora.
  • vitamines en mineralen: nodig om een brok compleet te maken. Kies voor een voeding waarop staat dat deze gecheleerd zijn. Vaak staat er dan bij “als chelaat”. Vermijd oxides. 
  • antioxidanten: zorgen ervoor dat vetten in de voeding niet bederven. Synthetische antioxidanten zijn ongezond, dus kies voor natuurlijke. Daarom wel vitamine E, tocoferolen, vitamine C en rozemarijnextract (E300-E302 en E306-309, maar geen BHA, BHT, propylgallaat, ethoxyquin en andere onbekende antioxidanten (E310, E320, E321 en E324). 
  • en verder: vermijd voedingen met gehydrolyseerde lever, tarwe en tarwegluten, menadion of vitamine K3, soja, melkproducten en plantaardige bijproducten. 

De controle nemen over wat jij je hond voert, begint bij weten wat er in de voeding van jouw dier zit. Gebruik bovenstaande tips en bekijk het etiket eens van wat jouw dier eet. Kom je er niet uit en wil je hulp bij de beste voeding voor jouw hond of kat? Maak dan een afspraak voor een consult, dan help ik je!

Charlotte Olsthoorn

Welkom op dit blog over natuurlijke gezondheid voor je dier. Mijn naam is Charlotte en ik ben veterinair natuurgeneeskundige, psycholoog en gespecialiseerd in de relatie tussen mens en dier. Hier deel ik mijn liefde voor een natuurlijk leven en geef ik je een kijkje in mijn leven met mijn twee honden. Dank je wel voor je bezoek!